Deliveroo: meer (on)duidelijkheid rond schijnzelfstandigheid?

18 september 2025 door Hans Baaij

Het Deliveroo-arrest uit 2023 beloofde duidelijkheid over schijnzelfstandigheid, maar de praktijk wijst uit dat het tegenovergestelde is gebeurd. Een analyse van zestig recente vonnissen laat zien dat rechters het arrest inconsistent toepassen, wat leidt tot meer onzekerheid in plaats van minder.

Opdrachtgevers in allerlei sectoren laten zich bij de angst voor naheffingen van de Belastingdienst bij schijnzelfstandigheid leiden door vaak weinig rationele overwegingen. Angst is een slechte raadgever, maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat angst en onwetendheid bij veel opdrachtgevers bepalend is. In die zin heeft de Belastingdienst door alleen al handhaving aan te kondigen behoorlijk succes geboekt doordat zzp’ers vanwege het uitblijven van opdrachten gedwongen worden in loondienst te gaan of via een duur uitzendbureau/detacheerder te werken.

De complexiteit van het Deliveroo-toetsingskader

Het veel genoemde Deliveroo arrest uit 2023 zou de opdrachtgevers duidelijkheid geven over wie nu wel en wie geen èchte zelfstandige is en dus wie ze zonder gevaar voor naheffingen in konden huren. De staatssecretaris van financiën Van Oostenbruggen was blij met dit arrest en gebruikte het om de conceptwet VBAR (Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties) verder aan te scherpen. Maar al begin 2025 kwam er een kink in de kabel door het Uber arrest en moest de wet VBAR opnieuw aangepast worden door het ondernemerschap van de werkende aan de wet toe te voegen.

Deliveroo biedt negen ‘omstandigheden’ (vragen) die bepalen of iemand in loondienst is of buiten dienstbetrekking werkt. Wie goed telt, ziet dat het er dertien zijn, want een aantal vragen bestaat uit twee onderdelen, zoals de eerste vraag naar de “Aard en de duur van de werkzaamheden”. Dat zijn dus twee vragen in één!
Reeds deze eerste vraag roept vragen op, want “de aard” is een wel erg abstracte omschrijving (een open norm) en “de duur” bestaat eigenlijk uit twee vragen. Want “duur“ dient ook de intensiteit meegeteld te worden. Anders gezegd, een contract met een looptijd van 12 maanden en 4 uur per week, wordt anders beoordeeld dan 12 maanden met een intensiteit van 24 of 36 uur per week. Vraag 1, zijn dus eigenlijk al drie vragen in één en zouden dus normaal gesproken als de vragen 1a, 1b en 1c genummerd moeten worden.

Dat maakt het dus al heel ingewikkeld, negen vragen die zelf vaak uit meerdere vragen bestaan en ook regelmatig multi-interpretabel zijn.

In de praktijk zijn er drie soorten vonnissen

Een analyse van tegen de zestig recente vonnissen uit de jaren 2023-2025 laat zien dat Deliveroo in de praktijk vrij matig werkt. Volgens mij is er sprake is van drie soorten vonnissen

  • De vonnissen waarbij het al dan niet werken in loondienst evident is. D.w.z. daar is de situatie zo duidelijk dat de rechter geen Deliveroo arrest nodig heeft.
    Ik schat dit ruwweg op 35% van alle vonnissen.
  • De doelredeneringen: de rechter is aanstonds al van mening dat òf de opdrachtgever òf de werkende tracht een ongerechtvaardigd voordeel te behalen. In het hoofd van de rechter staat het vonnis van te voren al vast en is gebaseerd op zijn/haar gevoel van rechtvaardigheid. Achteraf wordt het Deliveroo arrest gebruikte om het vonnis te legitimeren. Toeredeneren naar een vooraf bepaald doel.
    Ongeveer 15% van de vonnissen prefereren (vaak terecht) het gezonde verstand van de rechter boven een toepassing van de Deliveroo methode.
  • In de overige 50% neemt de rechter de ‘negen’ omstandigheden van het Deliveroo arrest als basis, bespreekt ze ieder op zich en komt vervolgens ‘holistisch’ tot een conclusie.
    Een voorbeeld is de rechtszaak van de intensivist (ECLI:NL:2024:4597) die achteraf claimde in loondienst te zijn. Hij wist hierdoor iets van € 100.000 aan nabetalingen te verkrijgen.
    Vier van de negen vragen gaven in dit vonnis een duidelijke indicatie van loondienst. Eén vraag werd niet beantwoord en vier andere vragen wezen juist op het tegendeel, dus geen loondienst. Hoewel op basis van deze uitkomst het dus twijfelachtig was of er sprake was van loondienst, concludeerde de rechter dit toch. Door dit vonnis was de opdrachtgever zwaar gedupeerd.

In de zaak van een bedrijfsleider (ECLI:NL:RBROT:2025:2692) wezen vijf van de negen punten volgens de rechter op een arbeidsovereenkomst, maar toch was de conclusie dat er gewerkt werd via een overeenkomst van opdracht, dus buiten loondienst.

Het is op zichzelf natuurlijk niet vreemd dat rechters Deliveroo op geheel eigen wijze interpreteren, maar de gedachte dat Deliveroo helderheid en transparantie zou gaan bieden, leek mij al direct een utopie. Het is niet vreemd dat de vonnissen transparantie ontberen. Een rechter heeft bij negen variabelen al de keuze uit enige honderdduizenden mogelijkheden (volgens de formule 9 x 8 x 7 etc) en dat neemt verder aanmerkelijk toe bij 13 variabelen. Alleen een computermodel kan een dergelijke hoeveelheid opties aan. Zie hierover de pilot met de Zelfstandigheidstoets van ZZP-erindezorg.

Uber arrest maakt het nog complexer

Sinds het Uber arrest is het nog ingewikkelder geworden, nu er een tiende vraag is bijgekomen, namelijk de vraag of de werkende ook buiten de arbeidsrelatie met de opdrachtgever, dus in het algemeen, als een èchte zelfstandige werkzaam is. Dus iemand die meerdere opdrachtgevers heeft en die niet economisch afhankelijk is van de opdrachtgever.
Of iemand als èchte zelfstandige aan een opdracht begint, maakt een groot verschil, want een zzp’er met meerdere min of meer gelijkwaardige opdrachtgevers is minder afhankelijk van die ene opdrachtgever. Hierdoor zijn echte zelfstandigen minder snel “ingebed” in de organisatie van de opdrachtgever en onafhankelijker dus minder snel in een gezagsverhouding. Deze opdrachtnemers zijn immers “zelfstandig”.

De Wet VBAR wordt niet de oplossing
Deliveroo en de wet VBAR gaan niet de oplossing bieden. Dat komt door het grote aantal variabelen, wat een groot aantal uitkomsten geeft, maar ook door de vaagheid van sommige vragen, zoals de vraag naar “de aard van de werkzaamheden”. Nog in 2023 was er een arrest (ECLI:NL:HR:2023:292) over de in 2016 gestaakte VAR (verklaring arbeidsrelatie) waarbij een ziekenverzorgende van de hoogste rechter gelijk kreeg omdat de vragen van de VAR dubbelzinnig waren, dat de vragen eigenlijk niet onjuist of onvolledig te beantwoorden waren. De huidige open normen van Deliveroo, Uber en de conceptwet VBAR dreigen precies dezelfde weg als de VAR te gaan: de evident duidelijke zaken kunnen ook zo wel opgelost worden en de complexere zaken waar twijfel bestaat over schijnzelfstandigheid, zullen voor de gemiddelde burger en ook voor rechters even lastig te interpreteren zijn als voorheen.

Tot nu toe zijn er heel wat vonnissen gewezen van zzp’ers die achteraf claimen in loondienst gewerkt te hebben zoals de intensivist uit het voorbeeld. Dat speelt zich af binnen het arbeidsrecht. Behalve, zoals gezegd, bij de duidelijke gevallen, is het toch een soort van casino waarbij de uitkomst van te voren lastig te voorspellen is en de persoonlijke interpretatie van de rechter, belangrijker is dan de Deliveroo methode.

Voorbereiden op Belastingdienst-controles

Tot nu toe zijn er nauwelijks vonnissen uit het belastingrecht. Hoe de controles van de Belastingdienst in de praktijk uitpakken en in welke mate rechters het eens zijn met naheffingen bij schijnzelfstandigheid van de Belastingdienst dus onduidelijk. Maar dat er een hoge mate van subjectieve beoordeling door de inspecteurs te verwachten is, is duidelijk. De regels voor een beoordeling zijn nog altijd onduidelijk. Dat kan leiden tot een behoorlijke mate van willekeur en van onzekerheid bij de inspecteurs hoe de wet te interpreteren. Een goede voorbereiding op alle punten, is dan ook essentieel. Want als de inspecteur het niet zeker weet, dan kan de opdrachtgever maar het beste vooraf zijn rechten en plichten kennen, zodat hij tijdens een controle niet onverwacht voor verrassingen komt te staan. Een goede voorbereiding betekent concreet: zorg dat contracten en praktijk overeenkomen, documenteer het zelfstandig ondernemerschap van de zzp’er (meerdere opdrachtgevers, eigen acquisitie, eigen materiaal), en ken de negen Deliveroo-gezichtspunten uit het hoofd zodat u tijdens een controle weet waar de inspecteur over spreekt.